terug verder


DE VAART DER VOLKEREN

Hollen en hollen,
eindeloos plannen
met de snelheid van een raket vooruit,
duizend dingen tegelijk,
en maar op weg en op weg,
suizend door het leven.

Voor tempo heb ik geen talent,
jullie denderen vooruit,
kijken even om en vragen me:
‘Waar blijf je?’
Daarna blijf ik verlaten achter.

In een stoet van een groep mensen op weg,
hebben ze geen andere mogelijkheid,
de verwonde achter zich te laten,
want men moet verder.

Daarom geef ik de ander niet langer een verwijt.
Daarom heb ik niet langer een gevoel van spijt.
Ik vergeef jullie en mezelf,
want ik ben God niet,
en heb deze vreemde werkelijkheid niet bedacht.